maandag 16 september 2013

Het spel eerlijk spelen

2e Exloermond, 16 september 2013

Even getwijfeld of ik wel zou reageren op zowel Harm Nijboer als Johan Berends, zoals gezegd Even, heel Even.

In het laatste clubblad van de NVSWH heeft Harm Nijboer een oproep gedaan aan de leden t.a.v. de fokkerij binnen de vereniging. Hierover is op een ander weblog al eerder over geschreven.
Hierop heeft dhr. Berends, woordvoerder en redacteur van de avls, gemeend middels een open brief op zijn weblog te moeten reageren. Uiteraard zijn goed recht, dat zal niemand ontkennen, maar hij moet dan wel de waarheid correct weergeven.
En zoals zijn vrouw ooit schreef, je moet het spel wel eerlijk spelen.

Ik zal trachten bizarre beweringen van dhr. Berends te verduidelijken dan wel te ontkrachten.

Inderdaad vond op genoemde datum in 2006 een turbulente ledenvergadering plaats. De leden die staande die vergadering als lid uitgeschreven werden, werden dat niet vanwege hun (kritische) vragen m.b.t. het fokbeleid. Deze leden werden op verzoek van dhr. Nijboer uit het lidmaatschap gezet vanwege hun wangedrag tijdens deze vergadering. Al tijdens de behandeling van het financiële verslag vonden zij het nodig de penningmeester en vervolgens anderen continue in de rede te vallen en vragen te stellen waarvan de antwoorden al jaren bekend waren bij deze leden. Jaren bekend aangezien een aantal van deze leden in het verleden al deel hadden uitgemaakt van de kascontrolecommissie.
Vervolgens vond deze groep het noodzakelijk ook tijdens de behandeling van de daarop volgende agendapunten voortdurend de sprekers te moeten onderbreken met allerlei niet ter zake doende argumenten.
Toen uiteindelijk één van deze leden, dhr. Dirkzwager, volmondig toegaf dat de door de groep ingediende motie, diezelfde motie waarnaar dhr. Berends verwijst, niet van hun hand was maar van het, inmiddels, ex-lid Dhr. Berends en hij daarover derhalve de vergadering had voorgelogen, was de maat vol en steunde de vergadering het ingediende voorstel deze leden het lidmaatschap te ontzeggen. Dit was dus geen actie vanuit het bestuur mocht die schijn door dhr. Berends gewekt worden.
Trouwens dhr. Berends zou zijn uitschrijving als lid van de NVSWH aanvechten, iedereen die kwam, maar geen Johan Berends.

In tegenstelling echter tot wat dhr. Berends in zijn open brief schrijft, was er geen sprake van een fanatieke kliek rondom voorzitter Pielanen met ‘haatdragende quotes en regelrechte leugens’ op een anoniem weblog richting avls. Dit weblog bleek uiteindelijk op naam te staan van slechts één lid van de NVSWH en alle beweringen en uitspraken op dat weblog bleken met bewijzen ondersteund te zijn. Iedereen weet dat ik Saarlooswolfhondenweetjes bedoel.
Indien er al sprake was van leugenachtige en/of haatdragende uitspraken dan kwamen die volledig op het conto van (bestuurs)leden van de avls waarbij de NVSWH en dhr. en mevr. Pielanen op allerlei mogelijke manieren in diskrediet gebracht werden. Oh ja, u wist het leuk journalistiek te verpakken mijnheer Berends.

Het centrale fokbeleid waar u naar refereert werd in 1982 ingesteld ten einde de Saarlooswolfhond van de ondergang te redden. Een ondergang waar het door het geknoei van de dochter van dhr. Saarloos, intussen bestuurslid van de avls, naar toe gevoerd was zoals zij zelf tijdens die beruchte ledenvergadering begin jaren ’80 van de vorige eeuw toegaf.
Het toenmalige bestuur dacht er vervolgens goed aan te doen een bekend kynoloog om bijstand te vragen. U weet heel goed wie ik bedoel, aangezien deze man later door u als ‘keurmeester’ gepresenteerd werd op een activiteitendag van uw vereniging. Ook deze man bleek echter, zoals hij zelf aangaf, de kluit te beduvelen omdat hij totaal geen benul van fokkerij had. Ook hier weten we dat ik Ido Vunderink bedoel (en volgens sommigen die hem op die activiteitendag gezien hebben, had hij aardig diep in het glaasje gekeken: zie forums op het internet).
Uiteindelijk heeft dat centraal fokbeleid toch zijn waarde bewezen en is de Saarlooswolfhond afgelopen decennia uitgegroeid tot een schitterend en gezond ras waarbij sprake is van het bereiken van gemiddeld hoge leeftijden.

Reeds na enige jaren, toen het met de fokkerij en de populatie van de NVSWH de goede kant opging, bleven van dat centrale fokbeleid slechts een paar onderdelen over. Het belangrijkste daarvan was de gegarandeerde pupafzet via de pupbemiddeling. Ten aanzien van de fokcombinaties werden de leden geadviseerd bij hun keuze van een geschikte partner voor hun teef. Nagenoeg altijd werd de pupbemiddeling, ic. Mw. Pielanen, om advies gevraagd vanwege haar kennis van de foklijnen en de gezondheidsgegevens van de honden. In feite komt men dit nog steeds tegen bij andere verenigingen in de vorm van de Fok Advies Commissie. De leden/eigenaren die wilden fokken met hun teven kregen een lijst van geschikte reuen waaruit zij vrijelijk konden kiezen.
Van de leden/verzorgers werd gehoopt dat zij zouden meewerken aan de fokkerij, dwingen kon men ze echter niet en werd ook niet gedaan. U vergeet voor het gemak dat het in de kynologie gebruikelijk is dat de eigenaar van de teef en niet de verzorger bepaalt aan welke reu hij of zij voor de dekking van de teef de voorkeur geeft. Dat heeft echter geen barst te maken met het fokbeleid van de vereniging.
Zoals geschreven zorgde dit zgn. centrale fokbeleid ervoor dat de individuele leden/fokkers van de NVSWH verzekerd waren van pupafzet. Men hoefde dus niet te leuren via de media. Dat fokbeleid, doordat de fokkerij in het belang stond van het ras, kende wel een keerzijde, namelijk een wachttijd. Dat die wachttijd in een aantal gevallen te lang werd, was het gevolg van een opeenstapeling van factoren. Zoals, te weinig puppen die geboren werden, puppen die niet aan de wensen van de potentiële nieuwe eigenaren voldeden (bosbruin in plaats van wolfsgrauw of omgekeerd, reuen i.p.v. teven), enz. Maar ook leden die niet wilden fokken en daarom de loopsheid verzwegen. Dus niet alles was op het conto van de NVSWH te schrijven.

Toen één van de leden tot ieders grote verbazing en schrik geconfronteerd werd met het feit dat bij haar hond PRA geconstateerd werd, heeft de vereniging onmiddellijk actie ondernomen. Binnen de NVSWH was deze aandoening totaal onbekend. Op voorstel van de autoriteit op dit gebied, een oogspecialist verbonden o.a. aan de Universiteit voor Kleine Huisdieren te Utrecht, zijn direct nestgenoten van betrokken hond onderzocht op deze aandoening en zijn zijn aanbevelingen ten aanzien van het te volgen traject ter harte genomen. Vanaf dat moment dienden ook alle andere honden die voor de fokkerij ingezet zouden gaan worden op deze aandoening gecontroleerd te worden. Bij twijfel werden de betrokken dieren voor tenminste een jaar van de fokkerij uitgesloten waarna zij wederom gecontroleerd dienden te worden.
Naar aanleiding van de onderzoeksuitslagen werden een aantal honden voorgoed van de fokkerij uitgesloten.
Naar later bleek volkomen ten onrechte omdat deze dieren, in tegenstelling tot de uitspraak van die specialist dat zij binnen een half jaar tot een jaar volledig blind zouden zijn, tot op hoge leeftijd geen zichtproblemen hebben vertoond. Het blijkt zelfs dat die geconstateerde hyperreflectie, waarop de uitspraken gebaseerd waren, ook bij in het wild levende wolven gezien is en nog steeds wordt.
De mogelijkheid bestaat zelfs dat deze vorm van PRA, om deze term te blijven gebruiken, niet tot blindheid hoeft te leiden volgens de huidige medische inzichten.
Ook wanneer onverwachts bij een hond een probleem opdook, zoals bijv. Patella Luxatie, werd door de vereniging onmiddellijk actie ondernomen. Daarnaast dienden vele jaren de honden naast het HD-onderzoek ook onderzocht te worden op aanwijzingen voor het ontwikkelen van spondylose, een beruchte aandoening bij de Duitse Herdershond.

De alinea in uw brief waarin u schrijft dat dhr. Pielanen de Saarlooswolfhond en de NVSWH als een baksteen liet vallen toen hij zijn zin niet kreeg bij een bestuurswisseling is ingegeven door uw ingebakken aversie tegen dhr. Pielanen. Met andere woorden: een pertinente leugen uwerzijds, maar dat komt wel vaker bij u voor.

Dhr. Pielanen heeft vanaf 1977 pal gestaan voor de Saarlooswolfhond en staat dat nog steeds, met dien verstande natuurlijk de raszuivere Saarlooswolfhond. De manier waarop het bestuur en dan vooral de huidige voorzitter hem behandeld heeft naar aanleiding van een onschuldig stuk in het clubblad heeft hem doen besluiten zijn lidmaatschap van de NVSWH op te zeggen. De bekende druppel was de mail van dhr. Verbeeck aan dhr. Pielanen: “hij diende onmiddellijk zijn functie als penningmeester neer te leggen, openlijk zijn excuses aan te bieden en zich desondanks beschikbaar te houden voor het geven van cursussen, e.d.
Tenslotte was dhr. Verbeeck de VOORZITTER”.
Hoe haalt iemand het in zijn hoofd dergelijke beschamende eisen te stellen en woorden te gebruiken. Met andere woorden: het huidige bestuur heeft dhr. Pielanen “eruit getrapt”! Niet zo vreemd dus dat dhr. Pielanen geen klap meer met het huidige bestuur te maken wil hebben.

Het opmerkelijke echter was wel dat dhr. Pielanen in eerste instantie in 2012 van zins was af te treden als penningmeester, maar op verzoek bereid was nog maximaal één jaar aan te blijven. Met andere woorden, in 2013 was het echt afgelopen met zijn bestuurslidmaatschap. Alleen kwam dat waarschijnlijk sommige bestuursleden niet goed uit.

Wil ik nog even vermelden dat het hele bestuur verheugd was dat Magda Nieuwhof zich kandidaat stelde als secretaris. Toen ik de VOORZITTER van de NVSWH meldde dat Cees vd Geer en Marjon Minten mij niet wilden als secretaris en/of bang voor mij waren, werd dit afgedaan door de VOORZITTER, “dat zal wel meevallen”.
In een brief van de VOORZITTER van de NVSWH staat: “Heb een goed gesprek gehad met Magda. De kandidatuurstelling van Magda gaat zeker door”.
Dat de VOORZITTER van de NVSWH zelf niet de ballen heeft om de mail waarin staat dat mijn kandidatuur als secretaris niet langer wordt ondersteund door het bestuur, naar mij persoonlijk te sturen maar naar mijn man, slaat toch werkelijk alles.
En dit was 2 dagen voor de ALV en een aantal dagen nadat dhr. Pielanen zijn lidmaatschap van de NVSWH had opgezegd.
Dhr. Berends schrijft namelijk:
“U weet nu dat Frits Pielanen de Saarlooswolfhond en de NVSWH als een baksteen liet vallen toen hij zijn zin niet kreeg bij een bestuurswisseling”.
Goede en juiste informatie is voor dhr. Berends helemaal niet van belang, opjutten van mensen is voor hem belangrijker dan de waarheid vertellen.
“Haatdragende quotes en regelrechte leugens van een anoniem weblog die in het clubblad mochten worden gepubliceerd”
Hoe vaak is er niet gevraagd waar en wat de haatdragende quotes en regelrechte leugens waren?
Nooit antwoord opgekregen, en dan kon ook niet, want alles wat op Saarlooswolfhondenweetjes is geschreven, komt van internet en uit persoonlijk archief van 30 jaar.


Tekenend is dat nog veel meer leden de handelswijze van het huidige bestuur dermate schandalig vonden dat ook zij besloten hun lidmaatschap op te zeggen. Of is het binnen uw vereniging gebruikelijk de statuten en het huishoudelijk reglement op te schorten omdat dat het bestuur op dat moment beter uitkomt én zonder hiervoor mandaat aan de ledenvergadering te vragen en te krijgen? En hiermee bedoel ik Joost van Asten en Martijn van Onna die ten tijde van die vergadering statutair geen lid (meer) waren. Wordt het bij uw vereniging normaal gevonden leden, zonder opgaaf van reden en zonder hen daarin te kennen, uit hun functie te zetten. Gewoon, achterbaks in de hoop dat de betreffende leden niets in de gaten hebben? Vervolgens worden de taken van deze mensen toebedeeld aan bestuursleden die niet eens over de kennis beschikken die taken uit te voeren.

Het klopt dat in een aantal gevallen leden de wind van voren kregen wanneer het in de fokkerij met hun teef fout ging. Maar uitsluitend wanneer aantoonbaar de mislukking het resultaat was van onnadenkend handelen van die leden. Omdat de Saarlooswolfhond over het algemeen eens per jaar loops wordt, is het natuurlijk bedroevend voor een goed fokbeleid wanneer leden niet serieus met de fokkerij bezig zijn. Serieus in dit geval omdat zij te weinig acht sloegen op het juiste foktijdstip.
In een aantal gevallen veel te laat naar de reu afreisden met hun teef, zodat het optimale dektijdstip al verstreken was, een dekking niet meer tot stand kwam en weer bijna een jaar gewacht moest worden. In een aantal gevallen het te snel opgeven omdat de reu hun teef niet wilde dekken op het geadviseerde tijdstip. De mogelijkheid dat een dekking de dag of twee dagen daarna wel succesvol zou zijn, werd niet overwogen.
Het niet naar de reu afreizen omdat de eigenaar van de reu niet thuis was en het opnemen van verlofdagen voor één of beide eigenaren bezwaarlijk was, minder vakantiedagen over, enz.

Maar ook het niet in acht nemen van de meest basale voorzorgsmaatregelen op het gebied van gezondheid waardoor na de geboorte van de pups deze besmet raakten waardoor de fokker opgezadeld werd met hoge medische kosten of zelfs de dood van de puppen tot gevolg, vragen niet direct om een vriendelijk woord.
Zeker niet wanneer vanuit de vereniging, lees pupbemiddeling, gewaarschuwd wordt.

Ik hoef u niet in herinnering te brengen dat, doordat u zelf geen acht sloeg op de aanwijzingen vanuit Nederland en u volledig vertrouwde op uw Franse dierenarts, de puppen van uw teef dood ter wereld kwamen. U weet wel, overdosis oxytocine waarvan, zoals u zelf naderhand toegaf, uw “deskundig” dierenarts de werking niet kende.
Zoals Nederlandse dierenartsen over een naslagwerk beschikken waarin per medicijn aangegeven wordt hoe daarmee om te gaan, lijkt het mij dat ook Franse dierenartsen daarover beschikken. De waarschuwing van de fam. Pielanen aan u onmiddellijk over te gaan tot een keizersnede ten einde de puppen te redden werd toch door u volkomen in de wind geslagen, nietwaar mijnheer Berends.
Is het niet zo, mijnheer Berends, dat u daarna, omdat u door uw eigenwijsheid in die zaak, geen troostend klopje op de schouder kreeg, een hetze tegen de NVSWH en de familie Pielanen bent begonnen?

Het is juist dat u stelt dat er te weinig teven beschikbaar zijn voor de fokkerij. Wat dat betreft mogen de leden van de NVSWH wel eens goed in de spiegel kijken. Al vele jaren tonen de leden van de NVSWH bijzonder weinig belangstelling voor informatieve bijeenkomsten die door de vereniging georganiseerd werden. Het was altijd hetzelfde handjevol leden dat uit belangstelling daarbij aanwezig was.
Tijdens die roemruchte Bijzondere ALV vorig jaar waren het over het algemeen de leden die nooit op die bijeenkomsten kwamen, die de boventoon voerden. Aan de andere kant is dat een ontwikkeling die zich al tientallen jaren ook bij andere rasverenigingen manifesteert.
En de woorden van Ruud op de ledenvergadering van 2006, waarin hij zei dat kynologische kennis bij het merendeel van de leden van de NVSWH ontbrak, is nu anno 2013 een trieste waarheid gebleken.

Wanneer je voor de fokkerij de eigenaren van teven wilt stimuleren mee te werken aan de fok is het te zot voor woorden met de eigenaar van een reu te gaan praten over zijn betrokkenheid. Reuen vormen het probleem niet. Tenminste, niet altijd. Hoewel, ondanks uw gepoch dat een gezonde reu altijd wil dekken ook bij de avls genoeg reuen rondlopen die daar anders over denken, gelet op de reacties van de betrokken eigenaren op diverse fora, en was het ook niet zo dat de eerste reu die Lica moest dekken, niet wilde?.
Uw verwijzing naar de verwantschapsgraad binnen de populatie van de NVSWH geeft echter een vertekend beeld.
Ook de verwantschapsgraad binnen de populatie buiten de NVSWH is hoog, zeer hoog.
Tenminste wanneer u uitgaat van de stamboomgegevens zoals die op papier zijn vastgelegd.
Gaat u uit van de werkelijke afstamming van honderden honden buiten de NVSWH dan zult u merken dat die verwantschapsgraad een stuk lager ligt. Zoals iedereen weet en openlijk toegeeft, zijn diverse kruisingen uitgevoerd met reuen van andere rassen en zorgen deze voor een daling van die verwantschapsgraad.

In dit verband is het verbazingwekkend dat vanuit de avls kritiek geleverd wordt op het fokbeleid van de NVSWH.
Is het niet zo, mijnheer Berends, dat het gros van de leden van de avls de broodfok gepleegd in Frankrijk door die Nederlands/Franse fokster jaren lang in stand heeft gehouden. Niet alleen van deze fokster maar ook van diverse andere Franse fokkers werd en wordt door leden van uw vereniging willens en wetens die fokkerij ondersteund door de aanschaf van die honden.

U zou eens heel nauwkeurig de SWH-database van dhr. Frantz moeten doornemen. Of u exact dezelfde gegevens in uw online ZooEasy bestand hebt opgenomen, is mij niet bekend. Zo ja, dan kunt u natuurlijk dichter bij huis blijven. U moet dan eens de nesten van een aantal Franse fokkers nakijken. Waardig opvolgers van die eerder genoemde Nederlands/Franse fokster/keurmeester. Vele nesten binnen een zeer korte tijdsspanne.
Teven die, ondanks de richtlijnen van de FCI te vaak een nest achter elkaar krijgen.
Teven die in een tijdsbestek van 3 jaar bij drie verschillende eigenaren nesten krijgen.
Honden die gelet op de afstamming mogelijk drager zijn van erfelijke aandoeningen en zonder testen worden ingezet voor de fokkerij.
Fokkers die op internet toegeven een wolfhybride voor de fokkerij te gebruiken in plaats van een Saarlooswolfhond, voor de nakomelingen zonder scrupules stambomen aanvragen en ook nog eens door uw vereniging in de watten gelegd worden.
Met als jongste dieptepunt natuurlijk een lid van uw eigen vereniging die te stom is om maatregelen te nemen zodat zijn loopse teef niet door zijn reu gedekt wordt omdat beide honden drager zijn van dezelfde erfelijke aandoening.
Hij had niet in de gaten dat zijn teef loops was? Hoe goed let je dan op je hond?

Het grappige in dit hele verhaal, ik geef onmiddellijk toe dat het woord grappig een nare smaak heeft, is dat dat zo verafschuwde (centrale) fokbeleid van de NVSWH er wel voor heeft gezorgd dat bij de populatie vertegenwoordigd door de NVSWH buiten PRA geen sprake is van erfelijke aandoeningen. Incidentele gevallen van een aandoening moeten natuurlijk niet meegerekend worden. Dat doe ik ook niet bij die gevallen buiten de NVSWH. Daarbij heeft het bestuur van de NVSWH, nog voordat u lid van onze vereniging was en jubelend over het fokbeleid sprak (zie uw stukje: Kroonjuwelen), de leden al laten weten dat het op termijn noodzakelijk zou kunnen worden voor vers bloed te zorgen. Met daarbij de kanttekening dat zoiets om zeer grote zorgvuldigheid vraagt ten aanzien van de keuze van het eventueel in te kruisen ras. Maar voorlopig was er, dankzij het zo breed mogelijk fokken, de eerste jaren nog geen reden tot ongerustheid.

Nee, mijnheer Berends. Het ware beter wanneer u uw zogenaamde bezorgdheid voor het ras Saarlooswolfhond gebruikt om de uitwassen in de fokkerij buiten de NVSWH aan te pakken. Als u ziet dat alleen in Frankrijk al de laatste 10 jaar meer dan 1000 Saarlooswolfhonden in het stamboek zijn ingeschreven, moet dat toch voor bezorgdheid zorgen. Maar dan wordt het moeilijk vol te houden dat het noodzakelijk is een hond van een ander ras in te kruisen om de gezondheidsproblematiek binnen de door u vertegenwoordigde populatie aan te pakken. Gezondheidsproblemen die door diezelfde broodfokkers veroorzaakt zijn en die u tracht op te lossen door het inkruisen van een hond van een ander ras met daarbij de kans dat nieuwe problemen opduiken. Maar ja, het staat zo leuk op het forum: “Gefeliciteerd, hij is maar drager”.

Zou het Y-chromosoon geen uitsluitsel geven? Maar dan komt naar boven hoe er geknoeid is met een Nationaal Ras, de Saarlooswolfhond, en daar willen de meeste mensen toch liever hun mond over houden. Zowel bij de avls als bij de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, is het niet zo, heren Jipping en Wauben?

Magda Nieuwhof